Sinds de jaren zestig werd er gedacht aan een Tweede Nationale Luchthaven naast Schiphol in de Markerwaard. Ook was er ruimte voor militair oefenterrein voorzien. Deze plannen kwamen nooit tot uitvoering. In 2003 werd definitief besloten deze polder niet meer aan te leggen.
Politiek
In 1980 nam het kabinet Van Agt-I het beleidsvoornemen tot inpoldering van de Markerwaard. De plannen konden worden uitgewerkt. De Markerwaard zou een polder worden van 41.000 hectare, vooral landbouwgrond. Als begin jaren negentig met de uitvoering van de plannen begonnen zou worden, zou de nieuwe polder rond de eeuwwisseling klaar kunnen zijn. Het liep anders. In 1986 waren de politieke twijfels omtrent wenselijkheid en haalbaarheid van de inpolderingsdoelen zozeer gerezen, dat het kabinet Lubbers-II besloot het Markerwaard-besluit op te schorten. De discussie omtrent de Markerwaard schoof naar de achtergrond, steeds minder mensen waren in de nieuwe polder geïnteresseerd. In 2003 viel het definitieve besluit: de Markerwaard wordt niet meer aangelegd.
Markerwaard is de naam voor een gedurende bijna de hele 20e eeuwgepland staande en door de Nederlandse regering in portefeuille gehouden IJsselmeerpolder, die echter nooit is aangelegd. Twee van de drie dijken voor die polder zijn anderszins toch tot stand gebracht. Dat blijkt ook uit de naam van de 26 kilometer lange dam tussen Lelystad en Enkhuizen, die zowel ‘Houtribdijk‘ als ‘Markerwaarddijk’ wordt genoemd. Over deze verbindende waterkering, die vrijwel geheel tot de gemeente Lelystad behoort, loopt de Provinciale weg N302. De gemeente Lelystad gaf het wegdeel binnen de gemeente de officiële naam ‘Markerwaarddijk’. Destijds was deze aangelegd voor de inpoldering van het zuidwestelijk gedeelte van het IJsselmeer, die het ‘Markermeer‘ zou omvormen tot een ‘Markerwaard’, maar in 2003 is besloten deze nog ontbrekende Flevopolder definitief niet meer te realiseren.[1]
En los daarvan, waarom zou je de Markerwaard droogleggen? Omdat er geen ruimte is op het `oude’ land? Onzin. Er is ruimte zat. Tijdens de zogeheten Noordvleugelconferentie van oktober 2001 is nog makkelijk plek gevonden voor zo’n 190.000 woningen, vele hectaren bedrijfsterrein en een paar miljoen m² kantoorvloer. Daar is echt geen Markerwaard voor nodig. Bovendien ligt die op de domste plaats die je kan bedenken ten opzichte van waar het geld verdiend wordt in Nederland (en dus de arbeidsplaatsen zijn), namelijk in de Amsterdamse binnenstad, de Zuidas en rond Schiphol. Daar investeren overheid en markt in bestaande en nieuwe werkgelegenheid en nergens anders, zeker niet grootschalig.
Het zal al alle inventiviteit vergen om bij Almere voldoende werkgelegenheid te ontwikkelen (en dat wordt een echte grote stad van 400.000 inwoners). Het getuigt dan ook van een onvoorstelbare naïveteit van Onderwater te menen dat bedrijventerreinen bij de twee bedachte steden van in totaal 250.000 inwoners,,de plaatselijke bevolking werkgelegenheid bieden”. Daarvan is nou precies al vele malen bewezen dat het zo niet werkt. In zo’n uithoek kan je iedere vorm van werkgelegenheid wel vergeten, zeker de kantorensector zal gek zijn om daar te gaan zitten. Daar woningen bouwen betekent dus alleen maar nog meer woon-werkverkeer en nog over een grote afstand ook, want al die inwoners moeten echt naar Amsterdam of nog verder ten zuiden daarvan om te werken. Dat los je niet op door een spoorlijn bij Oosthuizen aan te laten haken op het boemeltje van Purmerend naar Hoorn.
De Markerwaard aanleggen voor de recreatie of de natuur misschien? Dat is nou precies wat er al in overweldigende mate aanwezig is in en langs het Markermeer. Een onzinnig argument dus. In de Randstad zijn we eindelijk bezig met het zo intensief mogelijk gebruiken van de ruimte die er is. Dus hebben alle grotere steden de taak op zich genomen zoveel mogelijk binnen het stedelijk gebied te bouwen, en waar sprake is van stadsuitbreidingen in hogere dichtheden te bouwen dan tot nu toe gebruikelijk. Juist om het groen eromheen te sparen. En waar er buiten het stedelijk gebied gebouwd wordt gaat dit eindelijk gebeuren in nauwe samenhang met een kwaliteitsimpuls van het groen. Als we doorgaan met op grote schaal nieuw land maken, is er geen enkele dwingende reden zorgvuldig met het huidige land om te gaan, terwijl dat juist de beste manier is om versnippering van het open landschap van het Groene Hart tegen te gaan.
Onderwater meent dat de beslissing tegen de aanleg van de Markerwaard niet genomen is op basis van een rationele analyse. Daar heeft hij gelijk in. Dat hoeft namelijk ook niet, want alle cijfers en feiten zijn al langdurig tot ver achter de komma uitgemeten en bekend. En al die cijfers en feiten wijzen er al langdurig op dat het afwijzen van de Markerwaard helemaal niet alleen maar gebeurt op grond van het ecologisch belang. De Markerwaard aanleggen zou vooral van onbetamelijk slechte ruimtelijke ordening getuigen. Daarom staat er in het derde deel van de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (volgende week in de Tweede Kamer), dat grootschalige inpolderingen in het IJsselmeergebied zijn uitgesloten en dat de ruimtelijke reservering voor de Markerwaard vervalt. Geen enkel voorbehoud of de gebruikelijke slagen om de arm van onze nationale mitsen-en-maren-fabriek in Den Haag. Nee, harde Haagse mannentaal.
Gerrit van der Plas is planoloog in Amsterdam.
Grapje moet er zijn:
nieuw land in Nederland n.l. de Texlar_Republiek
Texlar Republiek
De Texlar Republiek is een kleine onafhankelijke staat gelegen in West-Europa. De republiek telt 121.539 inwoners waarvan het grootste gedeelte (91,530) in de gelijknamige hoofdstad woont. Andere woonkernen in de republiek zijn Wessan en Noreim. Het land bevind zich gemiddeld 4,8 meter onder de zeespiegel en is een enclave binnen Nederland.
Dit artikel geeft een beknopt overzicht van de Geschiedenis van de Texlar Republiek en begint bij de drooglegging van de polder.
De polder, vroeger bekend als Markerwaard, viel droog op 18 januari 1941 tijdens de tweede wereldoorlog en onder bezetting van de Nazi’s. De Nederlandse landbouw was van belang voor de voedselvoorzieningen in het Derde Rijk. Een snelle opbouw van de polders was dan ook erg belangrijk. Hoewel de opbouw van de Noordoostpolder snel op gang kwam had men voor de Markerwaard een andere tactiek in gedachte die naast snelle opbouw ook geld zou opleveren. De Markerwaardpolder in zijn geheel zou verkocht worden aan de hoogste bieder. Er werden enkele beloften gedaan. Zo werd belooft dat de nieuwe eigenaar zijn leven lang vrij werd gesteld van belasting. Ook kreeg de polder een aparte status binnen het Derde Rijk waardoor deze los stond van de bestuurlijke indeling van Nederland. De nieuwe eigenaar kreeg dus niet te maken met Rijkscommisaris Seyss-Inquart, maar stond direct onder leiding van Adolf Hitler. Verder zouden er wel plichten zijn, zo moest 75% van de voedselopbrengst worden afgestaan aan het Derde Rijk.
Twee weken na het te koop zetten van de polder werd duidelijk dat de Nederlander Matthijs van Steijn veruit het hoogste bod had. Hij werd officieel de eigenaar van de Markerwaard op 20 februari 1941. Uit documenten is gebleken dat de familie van Steijn uitgebreid is onderzocht en ondervraagt. Er werd geconcludeerd dat van Steijn geen gevaar was voor het Rijk.
In de jaren die volgen blijkt dit waar te zijn. Van Steijn gaat, weliswaar onder druk gezet, zelfs akkoord weer belasting te betalen aan Nazi-Duitsland. Naar mate het einde van de oorlog in zicht komt geeft van Steijn echter voor het eerst zijn onvrede te horen. Of het door de afnemende macht van de Nazi’s komt of de groeiende opbrengsten uit de polder komt is onzeker. Wellicht spelen beide factoren een rol. Op 9 Mei 1945 verklaart van Steijn de polder onafhankelijk onder de naam: Koningkrijk Texlar. Als op 20 mei 1945 de laatste gevechten in europa stoppen is het gevaar van de Nazi’s voor de polder definitief verleden tijd.
Na 1945
Vrijwel meteen na de oorlog richtte het Koningkrijk zich op diplomatieke relaties met het buitenland, ook de ontwikkeling van de hoofdstad en industrie speelde een belangrijke rol in het nog jonge land. De politiek blijkt een succes en al snel erkennen veel belangrijke landen de republiek. Enkele landen zijn het Verenigd Koningkrijk, Zweden, Noorwegen en Portugal. Ook word er in het geheim een bondgenootschap gesloten met Denemarken. tegen een forse prijs word afgesproken dat bij aggresie uit het buitenland Denemarken te hulp komt.
In 1950 blijkt hoe belangrijk dit bondgenootschap is, op 8 april valt Nederland vanuit 2 kanten de polder binnen. Om 15:33 word de aanval voor het eerst gemeld. Kort hierna klinken de luchtalarmen en gaat er een bericht naar Denemarken. Om 16:01, amper een halfuur later rijden Nederlandse tanks het plein van het koningklijke paleis op. Na een kort vuurgevecht komt Matthijs om. De andere leden van zijn familie worden gevangen genomen.
In de nacht van 9 april keert het tij echter, een Deense vloot lag voor Den Helder. Er ontstonden geen gevechten maar de spanning was hoog aan beide kanten. Besloten werd de onderhandelingen te starten met leden van de familie van Steijn. Nederland zag in dat het de polder niet kon annexeren zonder een internationaal conflict uit te lokken.
Op 11 april stopt de oorlog officieel met het ondertekenen van het verdrag van Wessan. In het verdrag was afgesproken dat het Koningkrijk Texlar een Republiek zou worden, ook werden de grenzen voor het eerste officieel vastgesteld. Een belangrijke verandering was dat het IJsselmeer voortaan bij Nederland zou horen, en het overgrote deel van het Markermeer bij Texlar. Het gevolg hiervan is vandaag de dag nog steeds zichtbaar, dit besluit heeft er namelijk voor gezorgd dat een noord-oostelijke haven aan het IJsselmeer nooit is afgemaakt. In plaats hiervan heeft men een haven gebouwd ten zuiden van Texlar aan het Markermeer. Als laatste werd besloten dat de nieuwe Texlar Republiek jaarlijks moest meebetalen aan het waterschap Zuiderzeeland, de polder lag immers ook in de voormalige zuiderzee en word ook beschermd door de afsluitdijk.