Kijk eerst even snel naar de plaatjes hieronder. Geloof je dat dit allemaal stuk voor stuk échte dieren zijn? Of vermoed je dat er een of twee (of misschien wel meer) nep-dieren tussen zitten. Verzinsels en fabricaties van onze creatieve gedachten, gefotoshopte, of wellicht op een andere manier gefalsifieerde foto’s of afbeeldingen van mythische wezens die nooit echt hebben bestaan anders dan in onze dromen?
Dan heb je het fout. En vermoedelijk verwachte je dat al, vanwege de titel van deze top tien. Lees nu verder over deze tien bizarre wezens die toch echt heuselijk bestaan of bestaan hebben, en niet alleen maar in onze fantasie!
1. Riemvissen
Riemvissen, of in het Engels Oarfish (dat betekent roeispaan-vis) is een gigantische en enorm lange vissoort die voorkomt in ’s werelds gematigde tot tropische oceanen, maar desondanks zelden wordt gezien. Er zijn vier subsoorten riemvissen, maar de langste, de reuze riemvis (Regalecus glesne) is de langste gewervelde vis op de huidige aardbol. Deze vis wordt zo’n 11 meter in lengte, en ware het niet voor enkele haaien, die nóg groter zijn, is het bijna de grootste vis van de oceaan.
We weten voornamelijk van het bestaan van deze vis af doordat ze af en toe aanspoelt na stormen, op het strand. Doorgaans is de vis actief op de zeebodems, maar wanneer het gewond is of ziek is, wil het nog wel eens aan het wateroppervlak komen, en vermoedelijk komen van zulke momenten de verhalen over grote zee-serpenten. Overigens is deze vis helemaal niet lekker om te eten, volgens kenners. Het schijnt nogal een gelatineachtig smaakje te hebben.
2. Muskusherten
foto: Николай Усик / wikicommons
Hertjes zijn bambi’s, zachte, schattige diertjes met vlekjes op hun bast. Echter, het muskushert heeft… jawel, heeft slagtanden. Deze hertjes (nogal klein in formaat vergeleken met andere hertsoorten) leven voornamelijk in zwaar beboste of alpine omgevingen. Vooral de Zuid Aziatische bergen, de Himalaya, zijn een top-plek voor deze diersoort. Het vermoeden is dat ze vroeger ook in Europa voorkwamen, maar dat is niet meer zo, tegenwoordig.
Overigens gebruikt dit bloeddorstig ogende hertje zijn slagtanden niet voor eten, noch voor andere zaken. De tanden zijn enkel van nut bij paring; de muskus-slagtand helpt namelijk bij het produceren en distribueren van een aangenaam mannelijk (muskus) geurtje, dat vrouwtjes aantrekt.
Een tijd heeft men gedacht dat deze hertsoort uitgestorven was, maar recentelijk nog werd er eentje gezien, voor het eerst in 60 jaar!
3. Narwallen
De Narwal (Monodon monoceros) is een lid van de walvisfamilie, en is typisch vanwege zijn lange enkele slagtand die vanuit zijn snuit naar voren steekt. Hij wordt ook wel de eenhoorn van de oceanen genoemd. De Narwal is een bekende van de Arctische wateren, zoals de oceaan rond Canada, Groenland en Rusland. Ze zijn zo’n 4 tot 5.5 meter in lengte (met uitzondering van de slagtand), en wegen tussen de 800 tot 1600 kilogram. Ze worden zo’n 50 jaar oud, maar desondanks hun lange levensspan worden ze momenteel met uitsterven bedreigd. Dit is vooral doordat hun slagtand een gewild product is, evenals het vlees van een Narwal. Derhalve is er een intense jacht naar de Narwal, zei het illegaal, gaande.
4. Saiga
foto: Seilov / wikicommons
De Saiga is een antilope soort die kritiek bedreigd is. Tegenwoordig vinden we deze vroeger wijd verspreide diersoort enkel nog in de steppes van Rusland, en kleine gebieden in Kazakhstan. Ze zien er bijzonder uit vanwege hun mieren-eter-achtige neus. In feite is deze, zeer flexibele en enorme neusholte speciaal ontworpen om in zomermaanden het stof uit de ingeademde lucht te filteren, en in de winter om de ijskoude buitenlucht op te warmen voor het in de longen wordt gezogen. Nuttig dus, zo’n grote gok.
De Saiga werd veel gejaagd omdat van de hoorns van de Saiga in China medicijnen gemaakt werden. Tegenwoordig is het bijna overal verboden om de Saiga te jagen, maar stropers zien altijd hun kans om toch een keertje op tig zo’n mooi diertje te vloeren en het aan de zwarte markt te verkopen.
5. Kolossale inktvis
foto: Tsunemi Kubodera of the National Museum of Nature and Science of Japan
De Kolossale inktvis (mesonychoteuthis hamiltoni) ook wel de Antarctische inktvis genoemd, is de grootste inktvis (naar onze wetenschap) als we ze in gewicht beoordelen (maar niet in lengte). We hebben slechts ogen mogen slaan op een enkel paar exemplaren, en van die exemplaren vermoeden biologen dat de gemiddelde grootte zo’n 12 tot 14 meter in lengte is, en zo’n 750 kilogram in gewicht (ongeveer hetzelfde als een kleine auto). De naam doet het al vermoeden, deze inktvis leeft voornamelijk in Antarctische wateren. Merkwaardig is dat dit dier schijnt te kunnen overleven met veel minder energie dan menig ander dier van zulk formaat. Schattingen gaan dat de inktvis tussen de 300 tot 600 keer minder energie nodig heeft, voornamelijk door niet al te actief te jagen, maar simpelweg te grijpen wat toevallig voorbij zwemt.
De eerste aanraking tussen de wetenschap en deze inktvis was overigens merkwaardig: men vond twee enorme inktvis-armen in de maag van een potvis, een van de weinige natuurlijke vijanden van deze kolossale inktvis.
6. Glaucus Atlanticus
Dit is een drijvende zee-naaktslak, met donkerblauwe kleur, en extremiteiten die wel tot zes centimeter lang worden. Hij wordt in het Engels ook wel de sea swallow (zeezwaluw), blue dragon (blauwe draak), of blue ocean-slug (blauwe oceaanslak) genoemd. Wat deze slak in principe doet is drijven en zweven. Hij drijft met de oceaanstroming mee, en vanwege zijn blauwe kleur is hij gecamoufleerd voor vissen die onder hem zwemmen.
De Glaucus is echter niet zo schattig als hij lijkt. Het is een roofdier die andere kleine diertjes verorbert. Hij kan aanvallers bovendien afweren met zijn eigen prik-en-gif. Als je als zwemmer per ongeluk op zo’n slak staat zal je dat bezuren, het is een pijnlijk gif en niet altijd geheel ongevaarlijk voor een mens. Maar mooi, mooi zijn ze wel!
7. Okapi
De Okapi weet niet wat hij wil zijn, een zebra, of een giraffe. Als oplossing lijkt hij dus maar op beide. De Okapi komt voor in Centraal Afrika, en hoewel we wel zeggen dat hij op een zebra probeert te lijken, is de meest verwante diersoort van de Okapi toch echt de giraffe. Hij is ongeveer 1.5 meter hoog, echter, geheel niet zo lang als een giraffe. Desalniettemin heeft hij een redelijk lange nek voor zijn lichaamsgewicht (zo’n 300 kilogram). Hij is grotendeels bruin en af en toe rossig, maar het merkwaardige aan zijn vacht is dat zijn benen zwart-wit gestreept zijn. De theorie wil dat deze patronen uitstekende camouflage zijn in de habitat van dit dier, namelijk de dichte oerwouden van het tropische binnenland van Afrika.
Helaas, deze wonderlijke diersoort is zoals zoveel prachtdieren in deze lijst, een bedreigde diersoort.
8. Kraagparadijsvogel
Paradijsvogels an sich zijn al wonderbaarlijke vogels, maar de kraagparadijsvogels is wel de aller-bijzonderste. De kraag van deze vogel, zoals de naam al doet vermoeden, is het meest wonderbaarlijke. Tijdens paringsdansen of als een mannetje indruk probeert te maken, zet hij zijn kraag ‘uit’ en maakt daarmee een enorme brede band rondom zijn hoofd. Het ziet er komisch uit van een afstandje, want de kraag is zo breed dat je vaak het hele lichaam niet meer ziet, met als gevolg dat er een soort donkerblauwe ‘schaal’ rond-hupst met een hoofdje erop. De vrouwtjes paradijsvogel vinden dit echter bijzonder aantrekkelijk. Tja, aan smaak valt niet te twisten.
9. De Bergduivel
De Bergduivel (Moloch horridus) is een hagedis die voorkomt in Australië, en door zijn afschrikwekkende uiterlijk als een van de meest merkwaardige diersoorten op aarde wordt erkent. Hij is slechts 10 centimeter lang en eet bijna uitsluitend mieren, en is dus vrij schadeloos voor de mens. Desondanks ziet hij er duivels uit met zijn dikke pantser en grote stekels over het hele lichaam.
10.. Japanse reuzenkrab
Deze gribus (macrocheira kaempferi) is een krabsoort die uiteraard vooral voorkomt in de wateren rond Japan. Het is een van de grootste geleedpotigen en kan wel 3.8 meter in spanwijdte worden. Zijn centrale lichaam groeit tot zo’n 40 centimeter, en het geheel kan zo’n 20 kilo wegen. Het zijn, ondanks hun gruwel uiterlijk, vrij dociele en rustige dieren, en ze kunnen dus gerust benaderd worden, als je ze in het wild ziet. Echter, gezien ze voornamelijk voor komen op dieptes van 300 meter, zal je ze als zwemmer toch niet gauw tegenkomen.
—————————————————————————————————————————————————————————————————————————————-