WO II : 77 jaar na de bevrijding! Marie moest verplicht voor de kamparts Jozef Mengele (zelf jood?) werken in Auschwitz; en maakte daar verschrikkelijke dingen mee!

MARIE OVERLEEFDE 7 ( 77 JAAR GELEDEN) CONCENTRATIE KAMPEN

Joodse arts van Mengele

Frits Abrahams

Zaterdag, een dag voor de Nationale Holocaust Herdenking, publiceerde de Volkskrant de aangrijpende geschiedenis van Marie Stoppelman, een Joodse arts die op 30-jarige leeftijd uit het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau werd bevrijd. In dat kamp moest ze werken voor de beruchte arts Josef Mengele.

Marie was enkele jaren eerder met haar broer Theo ondergedoken op een boerderij in de Gelderse Vallei. Daar werden ze verraden, waarna het transport naar Auschwitz volgde waar ze op 30 juni 1944 aankwamen. Zeven maanden zou ze in het vernietigingskamp blijven.

Marie moet toezien hoe Mengele de gruwelijkste proeven op gevangenen laat uitvoeren en hoe hij – zijn liefhebberij – na elke nieuwe trein de gevangenen selecteert: links de gaskamer, rechts het werkkamp. „Ik herinner me dat hij altijd deuntjes floot. Alsof hij er lol in had.”

De geschiedenis van Marie, voorbeeldig opgeschreven door Ellen de Visser, krijgt een schrijnend vervolg nadat ze in Nederland is teruggekeerd. Haar broer blijkt het kamp niet te hebben overleefd. Marie stort zich op haar werk en specialiseert zich tot kinderarts. Over haar oorlogservaringen praat ze niet, behalve als het een officiële getuigenis betreft. Vijf keer legt ze zo’n uitgebreide getuigenis af, ook tegen de voortvluchtige Mengele. „Hij was de grootste sadist die ik me voor kan stellen.”

Na haar pensionering kan ze de herinneringen niet langer verdringen en bekent ze tegen een oud-collega: „Het is zo vreselijk, alles komt weer naar boven.” Enkele jaren later stort ze ontredderd haar hart uit bij een oud-pupil, een kinderarts in Groningen.

Ze sterft in 1994 op 80-jarige leeftijd. Ze was nooit getrouwd omdat ze kinderen niet wilde belasten met haar trauma.

Het mag misschien niet, maar lezing van dit schokkende relaas vervulde me met nogal primitieve wraakgevoelens. Hoe was het ook weer met Mengele afgelopen, vroeg ik me af, hopelijk toch wel erg slecht? Ik wist het niet meer precies. Het lot van Adolf Eichmann kon ik me veel beter herinneren; als je gesnapt en berecht wordt, krijg je nu eenmaal veel meer publiciteit. Maar Mengele was de dans ontsprongen – hoe kon dat gebeuren?

Gelukkig bleek er genoeg over hem geschreven om een goed beeld te krijgen. Uitgeverij Ad Donker herdrukte in 2019 een biografie van Mengele door de Deen Jens Otte Stensager: Josef Mengele, nazi-arts. Hij beschrijft de jonge jaren van Mengele, diens verderfelijke kamppraktijken en geslaagde vlucht uit Duitsland naar Zuid-Amerika, eerst Argentinië, dankzij de corrupte president Perón een broeinest van nazi’s, vervolgens naar Paraguay en ten slotte Brazilië.

Dat doet de lezer deugd: Mengele moest vaak vluchten. Hij wist weliswaar dankzij veel steekpenningen – vaak betaald door zijn familie – en een netwerk van Alte Kameraden uit handen van justitie te blijven, maar hij voelde zich, na een betrekkelijk rustige periode in Argentinië, tot aan zijn dood opgejaagd. Hij stierf eenzaam, depressief en piekerend over zelfmoord. Op zijn oude dag kreeg hij ook nog allerlei lastige vragen van een zoon. „Op mijn vragen gaf hij geen antwoord (…).

Zijn argumenten dat sommige rassen superieur waren aan andere, waren volkomen onwetenschappelijk.”

Mengele verdronk op 7 februari 1979 in zee, vermoedelijk door een hersenbloeding.

De Nederlandse arts Marie Stoppelman kon concentratiekamp Auschwitz alleen overleven door assistente te worden van Josef Mengele, de beruchte kampdokter die verschrikkelijke experimenten uitvoerde op de gevangenen. Volkskrant-redacteur Ellen de Visser reconstrueerde haar verhaal, dat een unieke kijk geeft op een van de meeste duistere hoofdstukken in de recente geschiedenis. Luister naar het verhaal in onze podcast Ondertussen in de Kosmos. Dat kan hier, of in Spotify of bij Apple Podcasts.


Nazi-experiment: de zigeunerbaby die geen bruine ogen mocht hebben

Nazi-artsen voerden medische proeven uit op kinderen. Deze kinderen overleefden de concentratiekampen.

Bij de miljoenen slachtoffers van het naziregime waren ook honderdduizenden zigeuners. Rita Winterstein is er een van: als baby voerden nazi-artsen medische proeven op haar uit. Haar levensverhaal staat nu beschreven in een boek. “Omdat niemand dit vergeten mag.”

Bij de miljoenen slachtoffers van het naziregime waren ook honderdduizenden zigeuners. Rita Winterstein is er een van: als baby voerden nazi-artsen medische proeven op haar uit. Haar levensverhaal staat nu beschreven in een boek. “Omdat niemand dit vergeten mag.” Ayfer Erkul30 april 2014, 09:30

Niemand had ooit vermoed dat zij, met haar zwakke gezondheid, die leeftijd zou halen. 71 jaar is Rita Winterstein intussen en een erg levendige vrouw. “Eigenlijk had ik zelfs nooit mogen geboren worden”, lacht ze. “Maar kijk, de nazi’s konden mij niet tegenhouden.”

Zigeuners werden, net als joden, geestelijk gehandicapten en nog een pak andere groepen, slachtoffer van de grote sterilisatiecampagne van de nazi’s. “Mijn moeder, die nogal recalcitrant was, werd toch zwanger”, glimlacht Winterstein. Een abortus en een enkeltje Auschwitz, zo waarschuwde de ambtenaar van de ‘nazi-Zigeunercentrale’, haar toen de zwangerschap werd ontdekt. Tot bleek dat ze een tweeling verwachtte. Toen werd Theresia Winterstein plots wel interessant.

Op hetzelfde moment dat de meisjes Rolanda en Rita werden geboren in het ziekenhuis van het Duitse Würzburg, raakt de benoeming bekend van ene dokter Josef Mengele als kamparts van Auschwitz. De dokter die de meisjes Winterstein ter wereld brengt, Werner Heyde, is vol lof over Mengeles plannen om medische experimenten uit te voeren op gevangenen en zal hem op de hoogte houden van zijn onderzoek.

Angstaanvallen
Vier weken na hun geboorte, wordt de tweeling Winterstein weggenomen bij de ouders. Heel lang zijn de ouders in het ongewisse, tot de moeder hen terugvindt in het ziekenhuis. Rolanda is dood, met een verband om haar hoofdje. Rita, die ook een verband heeft, leeft nog. De moeder grijpt het kindje en rent weg.

Van de leden van de familie Winterstein die naar Auschwitz worden afgevoerd, zullen dertien ooms, tantes, neven en nichten niet terugkomen. Rita en haar moeder overleven de oorlog maar Rita zal de rest van haar leven last hebben van haar gezondheid. “Ik val flauw op onverwachte momenten. Een keer heb ik daardoor zelfs bijna een auto-ongeluk gehad. Ik heb plotse angstaanvallen, ben vaak misselijk.”

Haar moeder sleept haar van dokter naar dokter om erachter te komen wat ze heeft. Tot ze, tijdens een zoveelste bezoek aan een specialist, de naam Werner Heyde laat vallen en er een verschrikte reactie volgt. Nog later zegt een andere arts dat de linkerhelft van haar hersenen is beschadigd door een inkerving boven haar oog.

Wat er precies werd uitgevoerd op baby Rita, is niet helemaal zeker omdat bijna alle medische attesten van destijds verloren zijn gegaan. Waarschijnlijk, zo vermoedt Winterstein, was een van de experimenten een poging om haar ogen een blauwe kleur te geven.

Rita zelf weet, ondanks haar zwakke gezondheid, jarenlang van niets: “Ik was al 43 toen mijn moeder mij een deel van het verhaal vertelde. We woonden intussen in de VS. Pas nog meer flarden later begreep ik dat de nazi’s experimenten op mij hadden uitgevoerd. Ik was toen al zelf getrouwd en had kinderen. Mijn moeder wilde het mij niet vertellen om mij te beschermen, zei ze me later.”

Ze heeft alle reden om verbitterd te zijn. Zelfs het verkrijgen van een schadevergoeding van de Duitse overheid was traumatisch: omdat ze niet veel bewijsstukken had, wilde niemand haar moeder geloven. Pas nadat ze zelf op de hoogte was van de experimenten en nieuwe rechtszaken aanspande, kreeg Rita Winterstein gelijk.

Ongeloof
Bitter is ze niet, zegt Winterstein. Gemotiveerd, dat wel. Want wat gebeurde, mag niet vergeten worden. Vandaar dat ze zoon, dochter en kleinkinderen in de VS achterlaat om haar verhaal te vertellen in de wereld. “Ik merk dat in Europa het racisme opnieuw toeneemt. Ik zie er niet meteen uit als een doorsneezigeuner en als ik dan in de trein zit in Duitsland, hoor ik vaak mensen schimpen op buitenlanders. Dat Hitler maar nog eens een kuisoperatie houdt, klinkt het dan. Ik kan niet zo goed om met al die nieuwe dingen, maar ik heb mezelf onlangs een gsm gekocht. Stiekem neem ik die gesprekken op. Anders gelooft niemand mij.”

Blauwe ogen, Rita Winterstein-Prigmore en Koenraad De Wolf, Lannoo.